-
1 be raring to go
-
2 leash
n. honderiem, koppel, lijn--------v. aankoppelen, koppelen[ lie:sj]♦voorbeelden:strain at the leash • trappelen van ongeduld -
3 raring
[ reəring] 〈 informeel〉♦voorbeelden: -
4 strain at the leash
strain at the leashaan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉————————
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский